Al op jonge leeftijd is tekenen de grote liefde van Wim.
Zijn begaafdheid is zó groot dat hij op 14-jarige leeftijd al wordt toegelaten tot de avondopleiding tekenen en schilderen aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam.

Hij krijgt les van Van Maasdijk, Cornelis Spoor en Jan Strieming.
Na de avondopleiding volgt hij van 1893-1895 de dagopleiding aan dezelfde academie. Maar dan grijpt vader in en stuurt Wim naar de drukkerij van Lankhorst.

Daar heeft hij het echter prima naar zijn zin en Wim voelt zich thuis in het vak.
Hij maakt kennis met een groot aantal bekende kunstenaars die hun litho's hij Lankhorst laten afdrukken: Jan Toorop, Marius Bauer, Thorn Prikker en vele anderen.

Na twee jaar werken hij Lankhorst kan Wim zijn studie toch afmaken. Zijn moeder weet samen met hem zijn vader over te halen.
Van 1897-1899 zet Wim zijn in 1895 afgebroken studie aan de Rotterdamse Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen voort. En hoe! Bij de overgang van het derde naar het vierde lesjaar krijgt hij voor een werkstuk 'handtekenen naar ontkleed model' een eervolle vermelding.

In 1899 slaagt Wim de Groot met lof voor zijn eindexamen. Hij wekt aansluitend een jaar thuis, daarna gaat hij naar Brussel en eind 1900 naar Rotterdam. Op advies van de directeur van de Rijksacademie in Amsterdam gaat hij een poosje 'de wereld in'.
Tot eind 1902 volgt De Groot gastcolleges in Brussel, Parijs, Madrid, Barcelona en Napels. Om wat bij te verdienen maakt hij onderweg reistekeningen, portretten en een enkel landschap voor de verkoop.