Als Jaap deze uitslag aan Arthur Briët vertelt, belt deze Van Lerven (een studievriend) op, om hem te feliciteren met deze raad aan Jaap Hiddink. Verder raadt Briët Jaap Hiddink aan om in zijn eigen stijl te blijven schilderen.

* Mobilisatie
Jaap Hiddink is in de mobilisatie eerst ingedeeld bij de Infanterie.
Vanwege zijn schilderscapaciteiten wordt hij al snel overgeplaatst naar de 9 C.P. Genie Compagnie, voor het uitvoeren van camouflageschilderwerk van militaire objecten op diverse plaatsen in de Betuwe.
Hier bevindt hij zich ook tijdens de Duitse Invasie.

* Bezettingstijd
In de bezettingstijd zit hij nog enige tijd ondergedoken op de botter van de Elburger visser Aalt Peters, een vriend van Jos Lussenburg. Zo vaart hij met de Elburger vissersvloot van zondagnacht tot vrijdag op het IJsselmeer.

Natuurlijk moet hij ook de handen uit de mouwen steken.
Zijn ervaring met botters en bons en zijn kennismaking met de romantische havenstadjes aan de Zuiderzee worden later, bij het schilderen van Zuiderzeeonderwerpen, van onschatbare waarde. Verder tekent hij in de oorlogsjaren ook veel met Jos Lussenburg en schildert hij in diens atelier. Hier bestudeert hij de anatomie van mens en dier.

Zijn jongere broer Anton, een zeer begaafd tekenaar, wordt tijdens de bezettingsjaren in Putten door de bezetters gegrepen en samen met vele Puttenaren op liet beruchte transport naar Duitsland gesteld.
Op 18 november 1944 komt Anton Hiddink in het kamp Kadelund in Denemarken om het leven. Dit grote verlies maakt een diepe indruk op Jaap en betekent een schaduw op zijn leven. Jaap is trots op het nagelaten tekenwerk van zijn broer.